Een 5 jaars overzicht van de groei van de diverse akkerbouwgewassen op Harrysfarm in beeld gebracht. Op de onderste foto’s is duidelijk te zien dat in de warme voorjaren van 2011 en 2014 de gewassen al veel verder ontwikkeld zijn. 2013 was een erg koud voorjaar. 2012 is beetje vergelijkbaar met dit jaar. Alleen de wintertarwe is door de zachte winter van 2014/2015 verder in ontwikkeling dan de wintertarwe in 2012.
Een 5 jaars overzicht van de groei van de diverse akkerbouwgewassen op Harrysfarm in beeld gebracht. Na flink wat regen afgelopen dagen, meer dan 50 mm, zit de groei er nu in.
2015 en 2012 lijken qua knolzetting op elkaar. Knolzetting in 2014 veel verder dan dit jaar. 2013 was de knolzetting nu nog maar net begonnen. In 2011 was de knolzetting veel verder dan in 2015.
Ras: Innovator. Pootdatum 2015: 14 april.
Ras: Innovator. Pootdatum 2014: 11 april.
Ras: Ramos. Pootdatum 2013: 19 april.
Ras: Ramos. Pootdatum 2012: 14 april.
Ras: Ramos. Pootdatum 2011: 28 maart.
Lengte uien in 2015, 30-32 cm. In 2014, 50 cm. In 2013, tussen 20 en 30 cm.
2015: Ras: Dormo. Zaaidatum: 17 maart.
2014: Ras: Hypark. Zaaidatum: 19 maart.
2013: Ras: Hypark. Zaaidatum: 4 april.
2012: Ras: Hypark. Zaaidatum: 28 maart.
2011: Ras: Bennito. Zaaidatum: 19 maart.
2015: Ras: Kodiak. Zaaidatum: 24 maart.
2014: Ras: Kodiak. Zaaidatum: 2 april.
2013: Ras: Corvinia. Zaaidatum: 5 april.
2012: Ras: Bantam. Zaaidatum: 29 maart.
2011: Ras: Heron. Zaaidatum: 24 maart.
Een 5 jaars overzicht van de groei van de diverse akkerbouwgewassen op Harrysfarm in beeld gebracht. Dat de akkerbouwgewassen buiten groeien is goed te zien op het 5 jaars gewasgroei vergelijking op onderstaande foto’s. Het weer heeft veel invloed op de produkten die wij buiten telen. Het ene jaar een koude start het andere een warme start. Neerslag, zon, wind, hagel etc etc allemaal invloeden die uiteindelijk de opbrengst en kwaliteit van onze akkerbouwgewassen kunnen beinvloeden en waar we geen vat op hebben.
De aardappelen liggen qua groei in 2015 voor op 2013 en 2012, net iets achter op 2014 en duidelijk achter op 2011.
De zaaiuien liggen qua groei voor op 2012, gelijk aan 2013 maar achter op 2014 en 2011.
De suikerbieten liggen qua groei achter op 2014 en ver achter op 2011. 2012 en 2013 zijn ongeveer gelijk aan 2015.
De wintertarwe ligt qua groei voor op 2012, 2013, gelijk aan 2014 maar achter op 2011. De wintertarwe had in 2014 en 2015 een lengte van rond de 80 cm. In 2012 en 2013 rond de 30-40 cm. In 2011 komt de aar al tevoorschijn.
Op dit moment komen we op het suikerbietenperceel diverse bietenplantjes tegen in verschillende stadia. 2 weken geleden nog sterk overwogen om het suikerbietenperceel te laten beregenen. De angst was er toen dat er veel bieten niet zouden bovenkomen door de harde kleikorst. Deze kleikorst was gevormd voor het Paasweekend na flinke slagregens met veel wind. Daarna is het flink gaan drogen waardoor de grond aanvoelde als beton. Veel bietjes hadden moeite met doorkomen. De grond begon wel te scheuren, daardoor kwamen nog veel bietenplantjes boven. Twee weken geleden stonden er nog geen 40.000 planten per ha. Een week later stonden er bijna 50.000 planten per ha en nu staan er al op sommige plekken meer dan 60.000 planten/ha. Mede ook door het koude weer groeit het bietje erg traag. Dat is misschien wel een geluk bij een ongeluk, want het plantje heeft veel meer tijd om boven te komen. Op dit moment staan er voldoende planten voor een goeie opbrengst. Normaliter staan er wel 80.000-90.000 planten/ha. Toch zullen er nog steeds planten bijkomen.
Na de slagregens met veel wind voor het paasweekend is de grond nu door de droogte keihard geworden. Een harde korst van klei bemoeilijkt het bovenkomen.
In mijn geval zijn het vooral de suikerbieten die moeite hebben om door deze harde kleikorst heen te komen. De kleigrond scheurt wel bovenop. Via deze scheuren proberen de suikerbieten alsnog boven te komen, maar dat geld niet voor elke suikerbiet. De grond is ook nog gerold met een cambridgerol en dat scheelt heel iets. De grond is dan net iets losser gemaakt. Normaal worden bij suikerbieten 100.000 zaden per ha verzaaid. Daarvan komen er normaliter wel 70.000-80.000 van boven. Dit jaar is dat bij mij rond de 40.000-50.000 planten/ha. Zouden er minder staan dan 40.000 dan is overzaaien een optie. Door op een paar plekken in het perceel de bovenstaande suikerbieten te tellen krijgen we een idee hoeveel er staan. Ik stap 10 meter uit en begin op deze afstand de suikerbieten te tellen die bovenstaan. Waar bieten staan zet ik een prikker. Elke dag tel ik dezelfde 10 meter weer en waar nieuwe bieten bovenstaan zet ik weer een prikker. Zo kan ik volgen wat er per dag nog bijkomt en is er een overweging te maken om bij te weinig planten over te zaaien . Een andere optie is beregenen. Dat laatste heb ik sterk overwogen, maar met eenmaal beregenen ben je er vaak niet omdat door het feldrogende weer de grond zo weer opdroogt.
Op de site van het IRS staat nog veel meer informatie over opkomst problemen.
Bij de uien heb ik geen last met de opkomst. Ook deze grond heb ik gerold met de cambridgerol. En dat heeft zeker geholpen. Toch zitten er soms nog uien onder een korst. De regen die we 25 en 26 april gehad hebben ( ca. 2 mm) is nog niet echt voldoende geweest. Komende dagen zal blijken wat er aan suikerbietenplantjes nog boven gaat komen.
Inmiddels al aardig op weg in februari. De wintertarwe is ver ontwikkeling. Vergeleken met 2013 is het verschil al groot.
Wintertarwe gezaaid in gewoeld suikerbietenland op 4 oktober 2014. Ras is Henrik. Er is rietzwenkgras mee gezaaid.
Wintertarwe gezaaid in gewoeld aardappelland op 6 oktober 2014. Ras is Henrik.
Dit is de wintertarwe stand gewas begin februari 2014. Zaaidatum 23 oktober 2013. Ras is Henrik.
Inmiddels is het suikerbieten en uien zaaizaad bezorgd. Voorlopig door een natte vrijdag (26 mm) en een nog natte week voor de boeg kan het zaad nog in de verpakking blijven zitten. Suikerbietenzaad. Ras is Kodiak. Uienzaad. Ras is Dormo.
Door het zachte najaar is de wintertarwe gezaaid begin oktober al goed ontwikkeld. Dit najaar totaal 20,5 ha wintertarwe gezaaid. Allemaal van het ras Henrik. De wintertarwe staat op 2 percelen met andere voorvrucht.
Wintertarwe zaaidatum 2 oktober.
Wintertarwe zaaidatum 4 oktober
29 augustus 2014 een 4e en tevens laatste proefrooiing gedaan uit de Innovator aardappelen. Het aardappelloof is inmiddels helemaal afgestorven waardoor de aardappelen in de aardappelrug niet verder meer bijgroeien.
Op 2 verschillende plekken in het perceel heb ik 2 maal 3 meter aardappelrug gerooid. Dit heb ik gedaan volgens de proefrooimethode van de VTA.
VTA staat voor Verenigde Telers Akkerbouw en is een vereniging van, door en voor akkerbouwers. Zij wil haar leden zo breed mogelijk informeren op het gebied van agrarische markten. Het is een non-profit organisatie. De VTA-leden vertegenwoordigen 40% van het Nederlandse consumptieaardappelareaal en eveneens een aanzienlijk deel van het uien- en knolselderijareaal. VTA voorziet telers van markt- en prijsinformatie voor 5 verschillende gewassen: consumptieaardappelen, uien, knolselderij, wortelen en graan. (bron: VTA)
Zelf ben ik ook lid van deze vereniging. Later deze zomer organiseert VTA proefrooiingen van o.a. aardappelen en uien onder de leden. De proefrooiing doet de teler zelf. Het ras wat ik teel is Innovator. Dit ras teel ik voor APF Holland en is geschikt voor het maken van frites.
Typisch sinds 13 augustus is de opbrengst alleen maar gezakt. APF Holland de afnemer van mijn aardappelen heeft ook nog op 3 verschillende plekken proefrooiingen gedaan. Zij komen gelukkig wat hoger uit met de opbrengst, rond 48 ton/ha. De waarheid zal wel ergens in het midden liggen. Het onderwatergewicht heeft APF Holland ook gemeten en deze is met 360 gram behoorlijk laag. Kan mij niet heugen dat het op ons bedrijf zo laag is geweest. Waarschijnlijk komt dat door de natte augustus maand.
Het onderwatergewicht is een term die veel voorkomt in de aardappelwereld, maar wat betekent het nu eigenlijk? Het onderwatergewicht wordt gebruikt om op een vlotte en handige manier het drogestofgehalte van aardappelen te bepalen bij de aankomst op het verwerkend bedrijf. Hierbij wordt, steunend op de wet van Archimedes, het soortelijk gewicht van de aardappelen berekend door de aardappelen tweemaal te wegen: eenmaal gewoon en eenmaal ondergedompeld in water. Uit deze twee getallen wordt het drogestofgehalte berekend. (Bron: http://www.aardappel2008.be)
Voor frietverwerking is een onderwatergewicht tussen 380 en 420g/5 kg aardappels ideaal. Voor chips is dit minimaal 400g/5 kg aardappels. Is het onderwatergewicht te laag dan zijn de frieten te nat of te week en absorberen ze te veel olie; is het te hoog dan wordt de friet te hard en te droog. ( Bron: Wageningen UR )
Hoe het onderwatergewicht bepaalt word is hier te lezen.
Donderdag 28 augustus een proefrooiing gedaan van de uien. Hoeveel kilogram uien groeien er per ha.
Om een beeld te krijgen van wat ik tijdens de oogst kan verwachten aan opbrengst uien meet ik op 2 plaatsen in het 8,5 ha groot uienperceel 1 strekkende meter over de volledige breedte ( 1,5 meter.). Het loof word boven de bol afgesneden. Tevens worden de nog aanwezige wortels van de ui verwijdert en de aanhangende grond. Ik weeg de hoeveelheid uien in de maat 35-60 mm. En ik weeg de hoeveelheid uien boven de 60 mm. Dit zijn verkoopbare maten. Dit is de monstername die de VTA hanteert. Er word een aftrekpost voor verliezen tijdens rooien, spuitpaden etc van 15 % aangehouden. Na aftrek van die 15 % kom ik nu op een opbrengst van ca. 61 ton/ha (61000 kg/ha). 67 % is boven de maat van 60 mm. De opbrengst is een stuk beter dan in 2013 en minder dan in 2012. Ik had zelf een iets hogere opbrengst verwacht.
22 augustus een derde proefrooiing uit de aardappelen genomen. Op 2 verschillende plekken in het perceel heb ik 2 maal 3 meter aardappelrug gerooid. Dit heb ik gedaan volgens de proefrooimethode van de VTA.
VTA staat voor Verenigde Telers Akkerbouw en is een vereniging van, door en voor akkerbouwers. Zij wil haar leden zo breed mogelijk informeren op het gebied van agrarische markten. Het is een non-profit organisatie. De VTA-leden vertegenwoordigen 40% van het Nederlandse consumptieaardappelareaal en eveneens een aanzienlijk deel van het uien- en knolselderijareaal. VTA voorziet telers van markt- en prijsinformatie voor 5 verschillende gewassen: consumptieaardappelen, uien, knolselderij, wortelen en graan. (bron: VTA)
Zelf ben ik ook lid van deze vereniging. Later deze zomer organiseert VTA proefrooiingen van o.a. aardappelen en uien onder de leden. De proefrooiing doet de teler zelf. Het ras wat ik teel is Innovator. Elke week wil ik proberen het groeiverloop bij te houden van onze Innovator aardappelen.
Inmiddels heeft de VTA de eerste proefrooiing voor aardappelen al georganiseerd. Volgende week ga ik nog 1 proefrooiing doen.
