Bemestingsplan gemaakt
Vorige week heb ik samen met Delphy het jaarlijkse bemestingsplan opgemaakt. Elk jaar moeten we goed bijhouden wat we aan stikstof en fosfaat aanvoeren voor onze gewassen. Hier is een wetgeving voor waar we ons als akkerbouwer aan moeten houden.
Gewassen hebben meststoffen nodig voor een goede opbrengst. Meststoffen die niet door gewassen worden opgenomen, komen terecht in de bodem en in het water. Dat belast het milieu. Om die belasting zo veel mogelijk te beperken is er een mestbeleid. In het mestbeleid werken we met gebruiksnormen. De gebruiksnormen geven de maximale hoeveelheid stikstof en fosfaat aan die u mag gebruiken voor het bemesten van uw landbouwgrond. De overheid stelt gebruiksnormen voor de maximale hoeveelheden stikstof, fosfaat en dierlijke mest die landbouwers mogen toepassen bij de teelt van een bepaald gewas. Deze normen moeten ervoor zorgen dat een gewas niet onnodig veel meststoffen krijgt en dat er zo min mogelijk mest uitspoelt naar het grondwater. (Bron: Rijksoverheid.)
Om nog meer te weten te komen hoe de mestwetgeving in elkaar zit klik hier.
Een deel van de stikstof en fosfaat voer ik aan via minerale meststoffen (kunstmest) zoals KAS (Kalkammonsalpeter). Later in het seizoen gebruik ik dierlijke meststoffen zoals bijvoorbeeld geitenmest, maar ook champost. Samen met de groenbemesters die we later dit jaar telen proberen we zo de bodem in een goede conditie te houden.
Een deel van de minerale meststoffen is nu bezorgd. Zoals het er nu naar uit ziet kunnen we komende week al wat meststoffen strooien. Vooral wintertarwe heeft nu stikstof nodig.