15 juli 2000
Sinds 5 juli bijna 60 mm neerslag gevallen, waardoor de gewassen voldoende water hebben gekregen om goed te kunnen groeien.
Gisteren, 14 Juli, zijn de laatste tulpen gerooid. Dit ging onder moeilijke natte omstandigheden. Met behulp van nettenteelt kan de bollenteler de tulpenbollen wel schoon binnenkrijgen ondanks deze slechte omstandigheden. De tulpenbollen groeien tussen twee netten waardoor bij het rooien geen grond meekomt wat voor de bollenteler minder transport en kwaliteitsverlies opleverd.
Na het tulpenrooien heb ik direct het land losgetrokken met een woelpoot van Evers. Achter deze woelpoot zit een grote rol die de woelpoot beter op diepte houd.>
Het loswoelen van het tulpenland.
In het tulpenland word, na het bemesten met droge kippenmest, nog gras gezaaid om de grond goed te laten herstellen. Volgend jaar komen er namelijk aardappelen op. Deze hebben een goede structuur nodig om een goede opbrengst te halen.
De aardappelen groeien hard. Onder de aardappelen met knolmaat 35/45 mm zitten al mooie knollen ( ca 12).
Onder de aardappelen met knolmaat 45/50mm zitten tussen de 15-20 knollen.
Omdat deze aardappelen weg gaan als tafelaardappel is het zaak om ca 90 % van de aardappelen in een maat van 40-70 mm te krijgen. Dit is de goede maat voor een tafelaardappel.
Door straks proefrooiingen te doen hoop ik een goed oogstmoment te bepalen . De 40-70 word namelijk het beste betaald. Voor de aardappelen beneden de 40 mm en boven de 70 mm word een andere afzet gezocht. Puree of salades is bijvoorbeeld een alternatief. Inmiddels groeit het proefveld van Fritolay goed. Gisteren (14 Juli) zijn vertegenwoordigers van Meyer en Fritolay wezen kijken .